Draisienne wat?

Een draisienne is een loopfietsje voor kinderen. Deze eerste tweewielertjes zijn bij uitstek geschikt om dat vermaledijde evenwicht te vinden, en deze methode is hierop gebaseerd. De aanpak werkt voor jong en oud, en als je ‘m stap voor stap uitvoert, garanderen we dat je zonder kleerscheuren in een mum van tijd de basis onder de knie hebt!

Stap 1: verander de fiets in een loopfiets

Verwijder de pedalen

Geen paniek, want dit klinkt veel technischer dan het is! Neem een steeksleutel maat 15 of een tang, en draai de pedalen los. Om de linkerpedaal te verwijderen vijs je naar rechts, om de rechterpedaal te verwijderen, vijs je naar links. De pedalen zitten meestal goed vast, maar als je een lange sleutel hebt, zal je zien dat ze makkelijk loskomen mits een kleine inspanning. De reden waarom je de trappers weghaalt, is puur uit comfort. Je kan de draisienne-methode ook toepassen mét pedalen, maar je scheenbenen zullen er waarschijnlijk niet ongeschonden uitkomen.

Je zadel

Eens je de pedalen langs beide kanten hebt verwijderd, zet je het zadel zo laag mogelijk. Je moet, op het zadel gezeten, minstens met beide voeten plat op de grond kunnen staan. Dit is erg belangrijk, want hoe lager je zwaartepunt ligt, hoe makkelijker het is om je evenwicht te vinden. Bovendien zorgt een laag zadel ervoor dat je bij evenwichtsverlies snel en efficiënt kan ingrijpen door gewoon je voeten op de grond te zetten.

Stap 2: stap!

Stap naast de fiets richting een plaats waar je ongestoord kan en wil oefenen. De wandeling geeft jou of je kind al een beetje voeling met de reactiviteit van het stuur en het gewicht van de fiets. Dit is ook het uitgelezen moment om de remmen al eens te testen, of wat meer voeling te krijgen met dat – op het eerste zicht – intimiderende stalen ros.

Stap 3: evenwicht

Zet je op het zadel, en stap rond. Lukt dit? Probeer je dan eens wat harder af te duwen. Probeer steeds langer beide voeten van de grond te houden terwijl je fiets bolt, tot je merkt dat je je evenwicht gevonden hebt. Let op: DIT. IS. GEEN. WEDSTRIJD. Neem je tijd, en overhaast niets. Voel je je niet comfortabel om beide voeten van de grond te halen? Stap dan wat langer rond terwijl je op het zadel zit. Iedereen heeft z’n eigen tempo, dus neem jezelf niets kwalijk als het niet meteen lukt. Sommigen zijn weg met de techniek na een half uurtje, anderen hebben een paar sessies nodig. Als je merkt dat je gefrustreerd raakt, stap je terug naar huis, en probeer je het morgen nog eens.

Het helpt om deze oefening te doen op een terrein dat lichtjes bergafwaarts loopt. Op die manier moet je je niet te hard afzetten, en blijft de fiets langer rollen, waardoor je makkelijker leert om je voeten van de grond te houden.

Stap 4: met pedalen

Herbevestig je pedalen met behulp van de steeksleutel, en verhoog je zadel (indien je het extreem laag had gezet) tot een hoogte waar je comfortabel met beide voeten op de grond kan staan wanneer je op het zadel zit. Zoek een lichte helling, en laat je naar beneden rollen. Terwijl je naar beneden bolt, zet je je voeten op je pedalen. Herhaal dit een aantal keer, tot je je evenwicht gevonden hebt.

Stap 5: trappen

Zoals de titel zegt: trappen maar! De meeste valpartijen vinden plaats in deze stap, omdat de kersverse fietsers overmoedig worden en de smaak van de snelheid te pakken krijgen. Maar zoals eerder gezegd: het is geen wedstrijd! Trap rustig, voel je fiets aan, en wen aan je nieuwe vleugels!

Stap 6: Proficiat!

Je hebt de basis onder de knie, en dat verdient een schouderklopje! Wacht echter nog even om je in het verkeer te wagen, en oefen de basismanoeuvres!