Oefening 1: vertrekken en remmen

Zet je voet op een pedaal, en de andere op de grond. Oefen kracht uit op de pedaal, en zet je andere voet bij eens je vooruit gaat en stevig in het zadel zit. Eens je een een aantal meter hebt gefietst, ga je zachtjes knijpen in beide remmen. Rem in het begin beter te weinig dan te veel, want bruusk tot stilstand komen kan onevenwichtige gevolgen hebben voor beginnende fietsers. Op de duur zal je weten hoeveel kracht je op je remmen moet zetten om geleidelijk aan tot stilstand te komen.

• Om je remafstand te leren inschatten, kan het helpen om halt te houden bij een fysiek object. Een boom, een vuilbak, kegels, een kledingstuk of een stoepkrijtlijn: bepaal voor jezelf een duidelijk punt waar je wil stilstaan en terug wil vertrekken. Op die manier oefen je je vertrek en het halthouden simultaan.
• Houd halt en vertrek meteen weer. In het begin zal het wat onhandig aanvoelen, maar laat je niet ontmoedigen, want: repeteren, repeteren, wie zijn best doet zal het leren!

Oefening 2: een rechte lijn

Het is van primordiaal belang dat je op een rechte lijn leert fietsen. Snelheid is hier de belangrijkste factor: ga je te traag, dan zal je zwalpen; ga je te snel, bestaat het risico dat je de controle verliest. Zet een aantal kegels op een rij, fiets langs een graskant, of teken een lange (lange!) lijn op de grond. Kijk recht voor je uit, en zoek het tempo dat je het beste ligt.

Oefening 3: kijken

In het verkeer is een goede inschatting van de omgeving van levensbelang, en het is dus noodzakelijk om niet alleen te weten wat er voor je gebeurt maar ook wat er achter je rug gaande is. Je zal dus moeten leren achterom kijken. Begin pas aan deze oefening wanneer je probleemloos rechtdoor kan fietsen, en zorg dat er geen obstakels in de weg staan.

• Fiets op een rechte lijn, en probeer achter je te kijken (zowel links als rechts) zonder van je traject af te wijken.
• Vraag aan een kompaan om wat vingers op te steken achter je, en probeer al fietsend te zien hoeveel hij of zij er in de lucht houdt.
• Probeer oogcontact te maken achter je

Let op: het is niet de bedoeling dat je een minuut achterom kan kijken: 2 seconden is meer dan voldoende!

Oefening 4: Arm uitstrekken

Je bent een fietser, geen BMW. Dat wil zeggen dat je wel degelijk over richtingaanwijzers beschikt: je armen. Je zal dus moeten leren fietsen met slechts 1 hand op het stuur! Dit doe je in 4 fasen, waarbij je pas doorgaat naar de volgende fase wanneer je die ervoor in de vingers hebt:

• Beginnende fietsers hebben de neiging om keihard te knijpen in het stuur en zijn dus geblokkeerd in hun onderarm. Open één hand, en laat deze losjes op je handvat liggen.
• Laat je stuur volledig los met één hand, en neem het meteen terug vast.
• Laat je arm langs je lichaam hangen.
• Strek je arm horizontaal naast je uit gedurende twee seconden.

Oefen met beide armen!

Oefening 5: Combineren!

Bouw een parcours voor jezelf, en oefen alle vier de handelingen tegelijkertijd. Combineer met bochtenwerk, toon waar je heen gaat, kijk eens achter je, stop op een vooraf bepaald punt, of ga eens vol in de remmen: dit is het stuk waar je je helemaal kan uitleven! Er bestaat niet zoiets als te veel trainen, en als je dit kan, ben je klaar voor het verkeer!

Nog niet helemaal op je gemak?

Stadsverkeer kan intimiderend zijn, maar in Brussel kan je je laten bijstaan door Bike Experience. Dit is een gratis opleiding waarbij je kennis van het verkeersreglement wordt opgefrist, en je daarna in groep onder begeleiding de stad intrekt. Afsluiten doe je met een drankje en een gezellige babbel met de andere deelnemers!

Geïnteresseerd? Neem een kijkje op https://bikeexperience.brussels en hopelijk tot binnenkort!