Houding in het verkeer
- Veiligheid en verkeersvoorschriften
Fietsen in het verkeer is streng gereglementeerd. Wat moet, wat mag niet? Maar goed fietsgedrag is meer dan kennis van de wegcode alleen.
Het fietspad
Het fietspad is een deel van de weg gereserveerd voor fietsers (en motorfietsen tot 50km/u). Twee onderbroken witte strepen of een blauw verkeersbord maken het gebruik ervan verplicht. Het fietspad mag enkel verlaten worden om af te slaan, een hindernis te ontwijken of in te halen. Wanneer het fietspad stopt en overgaat in de rijbaan, hebben fietsers voorrang als ze in dezelfde richting verder rijden. Verander je als fietser van richting, dan moet je voertuigen van rechts of van links laten passeren.
De fietssuggestiestrook
De fietssuggestiestrook is een deel van de rijbaan in een andere kleur dat andere weggebruikers te kennen geeft dat er hier kan worden gefietst. Deze stroken zijn te vinden op wegen die niet breed genoeg zijn voor een echt fietspad. Het gebruik ervan is niet verplicht. Deze fietssuggestiestroken worden dikwijls vervangen door sergeantstrepen.
Beperkt éénrichtingsverkeer
Als fietser mag je tegen de richting van een éénrichtingsstraat rijden als het verbodsbord ‘uitgezonderd fietsen’ vermeldt. Hou in dit geval uiterst rechts wanneer je een voertuig kruist en wees voorzichtig op kruispunten, want automobilisten verwachten zich niet aan voertuigen uit deze rijrichting. Pas dus je snelheid aan en let goed op voetgangers, die ook verrast kunnen worden. Aarzel niet om ze tijdig te waarschuwen. Zoek bij het uitrijden van een straat met beperkt éénrichtingsverkeer altijd oogcontact met bestuurders, ook al heb je voorrang.
De fietssas
De fietssas is een zone aan verkeerslichten die voorbehouden is voor fietsers. Ga in dit vak staan op de plaats van de richting die je plant uit te rijden. Moet je links afslaan, ga dan uiterst links staan in de fietssas. Op die manier ben je niet alleen beter zichtbaar voor gemotoriseerde weggebruikers, maar ook veilig als eerste vertrokken bij groen licht.
De bus-, taxi-, fietsstrook?
Sommige busstroken zijn ook toegankelijk voor fietsers, op voorwaarde dat er een fietslogo op het wegdek en een verkeersbord is aangebracht. Het is verboden om in deze stroken met twee naast elkaar te rijden en verplicht om rechts te houden. Op deze stroken gelden de verkeerlichten voor bussen ook voor fietsers (doorrijden bij een driehoek, een verticale of een diagonale streep).
De voetgangerszone
Een voetgangerszone is alleen toegankelijk voor fietsers als er een fietsje staat op het verkeersbord. Staat die er niet, dan mag je enkel stapvoets fietsen in deze zones. Zijn er te veel voetgangers, dan moeten fietsers afstappen. Voetgangers hebben in deze zone altijd voorrang.
Manoeuvreren in het verkeer
Neem je plaats in op de weg
Fiets op minstens één meter afstand van geparkeerde auto’s of de wegkant. Zo voorkom je niet alleen dat andere weggebruikers je op een gevaarlijke manier voorbijsteken in smalle straten, je loopt ook minder kans om tegen een openslaande autodeur aan te botsen. Auto’s moeten buiten de bebouwde kom een afstand van 1,5 meter respecteren. Binnen de bebouwde kom bedraagt deze afstand 1 meter.
Een fietser is een weggebruiker met rechten en plichten. Het recht om op de rijbaan te fietsen, de plicht om het voetpad enkel te gebruiken met de fiets aan de hand (als voetganger dus). Het is toegelaten om een straat over te fietsen op het zebrapad, maar we raden aan om als fietser ook hier af te stappen.
Met twee naast elkaar?
In de bebouwde kom is het toegelaten om met twee naast elkaar te fietsen, zolang de doorgang in beide richtingen mogelijk blijft. Buiten de bebouwde kom mag het ook, maar moet je wel terug achter elkaar gaan fietsen als er een auto langs achter komt. Je mag tegenliggers ook niet hinderen. Voor speed-pedelecs geldt sinds juni 2019 trouwens dezelfde regel.
Links afslaan
Sla links af in verschillende stappen:
- Kijk bij het naderen van een kruispunt over je schouder om de situatie te beoordelen.
- Geef aan dat je links wil afslaan door je linkerarm uit te steken.
- Kijk met gestrekte arm nogmaals achter je om te controleren of de weg nog steeds vrij is en de achterligger effectief vertraagt om je je manoeuvre te laten uitvoeren.
- Rij naar het midden van de rijstrook.
- Neem het stuur met beide handen vast en kijk bij het oprijden van het kruispunt goed naar voren en naar rechts. Voertuigen die rechtdoor rijden of van rechts komen hebben immers voorrang. Vergeet ook niet om nog even naar links te kijken. Het is niet omdat je voorrang hebt, dat je weg veilig is.
- Neem een ruime bocht naar links. Ga hierna opnieuw ongeveer één meter van de wegrand rijden.
Een rondpunt oversteken
De eerste vijf stappen van het vorige manoeuvre zijn ook hier van tel. Enkele extra veiligheidstips:
- Fiets op het rondpunt in het midden van de rijbaan. Zo zorg je ervoor dat je niet voorbijgestoken kan worden (en dus ook niet klem kan komen te zitten), en dat je goed zichtbaar bent voor het andere verkeer.
- Geef duidelijk aan wat je van plan bent. Steek je linkerarm uit als je het rondpunt opfietst, geef met de rechterarm aan waar je het zal verlaten.
Een rij stilstaande voertuigen voorbij rijden
Als de voertuigen stilstaan, mag je een rij voertuigen langs rechts of langs voorbijrijden. Toch ben je bij een ongeval met een openslaande autodeur in fout bij het voorbijsteken langs rechts, tenzij er een fietspad is.
Wanneer de auto’s rijden of vertrekken, mag je de file enkel langs links voorbijrijden. Dit is een inhaalmanoeuvre en inhalen gebeurt altijd langs links. Omdat je langs de linkerkant meer verwacht wordt, en dus zichtbaarder zal zijn, is stapvoets verkeer langs links inhalen in het algemeen veiliger.
Dode hoek
Vermijd kost wat kost ongevallen met zware voertuigen. Hou volgende veiligheidstips altijd voor ogen:
- Steek een vrachtwagen nooit langs rechts voorbij
- Steek niet voorbij wanneer je een kruispunt nadert
- Hou oogcontact via de spiegels van de vrachtwagen om zijn dode hoek te mijden
- Pas bij kruispunten extra op voor vrachtwagens (ook al fiets je op een fietspad, ook al heb je voorrang); kijk achterom om te controleren dat er geen vrachtwagen op het punt staat om rechts af te slaan; pas op voor accordeonbussen en hun uitwijkende achterkant
- Zorg ervoor dat je ’s nachts goed zichtbaar ben
Gouden raad
- Kijk ook wanneer je voorrang hebt altijd goed om je heen
- Zorg dat je goed zichtbaar bent
- Communiceer steeds duidelijk wat je van plan bent
- Wees hoffelijk