Hélène Marchal, communicatiemedewerker bij Pro Velo en mama van Lily en Lucien, geeft ons haar tips & trucs voor een comfortabele uitrusting voor korte en lange ritten.
“Ik heb veel liever een achterzitje dan een voorzitje. Het voorzitje lijkt wel leuk om wat met je kleintje te babbelen, maar in de praktijk kan het wat tegenvallen. Als je regelmatig bij rode lichten moet stoppen en starten, kan de zware last aan het stuur je uit balans brengen. Bovendien worden kinderen al snel te groot om vooraan te zitten, omdat ze je zicht op de weg belemmeren. Maar dat gezegd hebbende, is het nog steeds een erg leuke oplossing voor ‘eenvoudige’ RAVel-achtige fietstochtjes.
Toen mijn kinderen nog klein waren, koos ik voor een verstelbaar achterzitje. Dat was een echte bonus. Als we dan al eens wat langer op onze tweewieler zaten, konden we het zitje wat hellen, haakten we de knuffel en de fopspeen aan een riempje … en kon ze een dutje doen.
Als ze iets groter werden, vonden we de ritjes met de fietskar ook heerlijk. Mijn tip: zorg voor een niet te grote fietskar, en liefst eentje die je kan ombouwen tot kinderwagen. Dat is ideaal voor toeristische uitstapjes.
Als je extra comfort wil op je dagelijkse fietstochten, rust je fiets dan uit met een dubbele middenstandaard (net zoals op scooters). Je krijgt er geen spijt van! Of je nu een kinderzitje, een Maxi Cosi-systeem of een fietskar gebruikt, het is enorm praktisch om je fiets rechtop te kunnen houden met je kind erop.”
Denk eraan dat de wegcode verbiedt om kinderen jonger dan drie jaar te vervoeren met een snelle elektrische fiets (45 km/u – categorie: bromfiets).