Recordaantal werknemers neemt de fiets naar het werk
Volgens de jaarlijkse mobiliteitsbarometer van hr-dienstenbedrijf Acerta neemt bijna 4 op de 10 Belgen hun fiets of de step om minstens een deel van het traject naar het werk af te leggen. Hoewel bijna 78 procent van de woon-werkverplaatsingen vorig jaar nog steeds met de auto werden gereden, wordt de auto steeds minder populair.
In 2021 fietste 33 procent van de pendelaars naar het werk, in 2023 was dat al gestegen naar 39 procent. Volgens Charlotte Thijs, mobiliteitsexperte van Acerta Consult, hebben de fietsvergoeding, het grote aanbod aan soorten fietsen en de infrastructuur zoals fietssnelwegen een enorme boost gegeven aan de populariteit van de fiets.
Meer dan 15 procent van de pendelaars legt de volledige woon-werkafstand af per fiets of step, terwijl bijna 22 procent de fiets combineert met de auto. Daarnaast maakt bijna 1,5 procent van de pendelaars een combinatie van het openbaar vervoer en hun tweewieler.
Vergroening over de hele lijn
Hoewel de wagen minder gebruikt werd voor woon-werkverplaatsingen in 2023 in vergelijking met 2022 (77,7% en 78,3% respectievelijk), behoudt deze zijn leidende positie, al dan niet in combinatie met andere vervoersmiddelen. Mobiliteitsexperte Charlotte Thijs benadrukt dat ook hier de vergroening wordt ingezet: in vergelijking met 2022 is het aandeel van volledig elektrische wagens meer dan verdrievoudigd en hybride wagens zijn van 10 naar 17 procent gestegen.
Openbaar vervoer
Ook voor het openbaar vervoer is er goed nieuws: het aantal werknemers dat met de trein, tram of bus naar het werk pendelt, zit opnieuw op het niveau van voor corona. Met 8,5 procent in 2023 blijft het openbaar vervoer wel een heel stuk minder populair dan de private vervoersmiddelen. Volgens mobiliteitsexperte Charlotte Thijs wordt dit beïnvloed door de ligging van het bedrijf en de woonplaats en het aanbod van het openbaar vervoer.